MOORD OP DE NATUUR - neem milieuschade op in het strafrecht

Als we haar niet beschermen, is de natuur weerloos. Stichting Stop Ecocide wil het toebrengen van schade aan het milieu daarom opnemen in het strafrecht. ‘We hebben een zorgplicht voor de aarde, niet het recht haar uit te buiten.’

Tekst: Jelle van der Meulen

Zodra ze voor het eerst las over het strafbaar stellen van ecocide, wist Femke Wijdekop: dit kan het verschil maken in de strijd tegen milieuvervuiling. ‘We zien de aarde daarmee niet langer als gebruiksobject, maar als drager van rechten.’ Dat idee leek de afgelopen jaren soms romantische toekomstmuziek, maar Wijdekop, jurist bij Stichting Stop Ecocide, ziet dat het nu is ingedaald. ‘Mensen vonden ons radicaal, of negatief om het strafrecht erbij te halen. Maar nu gaan de ontwikkelingen in zo’n hoog tempo, dat wel blijkt dat de tijdgeest er rijp voor is.’

Zorgplicht

De juridische definitie van ecocide is: het verrichten van onrechtmatige of moed­willige handelingen met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat ernstige alsmede omvangrijke dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht door deze handelingen. Door het op te nemen in het strafrecht, wordt een ondergrens getrokken hoe we met aarde en milieu mogen omgaan. ‘Het strafrecht laat zien waar de grenzen van aanvaardbaar gedrag liggen,’ zegt Wijdekop. ‘Het volgt uit een veranderende moraal en stuurt tegelijkertijd de ontwik­keling van nieuwe maatschappelijke normen aan. De maatschappij ziet steeds meer in dat we een zorgplicht hebben voor de aarde, niet het recht haar uit te buiten.’

Stichting Stop Ecocide pleit voor persoon­lijke strafrechtelijke aansprakelijkheid. Dat houdt in dat leidinggeven en CEO’s van vervuilende bedrijven vervolgd kunnen worden als zij zich schuldig maken aan ecocide. Persoonlijke aanspra­kelijkheid dient meerdere doelen, legt Wijdekop uit. ‘Er moet een afschrikwek­kende, een preventieve werking van uitgaan, om een gedrags-­ en normver­andering teweeg te brengen. We willen heus niet zorgen dat allerlei mensen in de gevangenis belanden, maar persoonlijke aansprakelijkheid is belangrijk.’

‘Keer op keer blijken beleid en uitvoering tekort te schieten’

De route van de stichting loopt nationaal, Europees en via het Internationaal Strafhof. Grote vervuilers zoals de Verenigde Staten en China blijven daarmee voorlopig buiten schot. ‘Dat is heel jammer, maar het werkterrein van bedrijven uit die landen wordt wel steeds kleiner als ze in andere territoria vervolgd kunnen worden. Bovendien hebben rechtspersonen vaak zetels in meerdere landen. Door ecocide strafbaar te maken, verander je het speelveld dus drastisch. Het is niet de heilige graal, maar gaat wel een groot verschil maken.’

Van pionier tot paria

In 2015 won Stichting Urgenda de zogeheten Klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. Uit het vonnis kwam voort dat de staat meer moest doen tegen de uitstoot van broeikasgassen. In progres­sieve kringen werd dit ontvangen als een grote overwinning en in latere jaren zou het een precedent vormen voor vergelijk­bare rechtszaken in andere landen. ‘Met Urgenda hadden we een voortrekkersrol, maar dat kunnen we niet zeggen van onze politici,’ vindt Wijdekop. ‘De regering heeft veel te traag gereageerd en maatregelen afgehouden, ondanks de bevestiging van de Hoge Raad in 2019. Eigenlijk best wel schandalig, natuurlijk.’

Naast lof kreeg het vonnis echter ook kritiek. Die luidde dat de rechter op de stoel van de politiek kroop en daarmee de scheiding der machten schond. Vergelijkbare bezwaren tegen het strafbaar stellen van ecocide voorziet Wijdekop niet. ‘Als ecocide als misdaad wordt toegevoegd aan het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, is het aan de Nederlandse regering en wetgever om dit amendement wel of niet te ratificeren. Dat is de soevereiniteit van onze staat. Het is niet de rechter, maar de wetgevende macht die ecocidewetgeving dient te maken.’