Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa neemt resolutie aan om ecocide strafbaar te stellen

"Ernstige vernietiging of aantasting van de natuur die als ecocide kan worden aangemerkt, kan zich voordoen in tijden van vrede of oorlog. Het is noodzakelijk om dit in de wet vast te leggen."  

~ Resolutie 2477 aangenomen op 25/01/2023. 
 

"De natuur is altijd een stille getuige en slachtoffer van deze oorlog."  

~Yuliia Ovchynnykova, parlementslid, Oekraïne. 

Deze week heeft de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE) in Straatsburg met een overweldigende meerderheid resolutie 2477 en aanbeveling 2246 aangenomen, die beide oproepen tot erkenning van ecocide, op basis van een onlangs uitgebracht rapport van haar Commissie sociale zaken, gezondheid en duurzame ontwikkeling over de milieueffecten van gewapende conflicten. In het door rapporteur John Howell (UK, Europese Conservatieven) ingediende verslag wordt uiteengezet dat "veelzijdige, ernstige, langdurige en meestal onomkeerbare" milieuschade als gevolg van gewapende conflicten niet alleen gevolgen heeft voor ecosystemen, maar ook voor de volksgezondheid, zelfs buiten het conflictgebied en lang nadat het conflict voorbij is. Het mensenrecht op leven en het mensenrecht op een gezond leefmilieu worden daardoor ondermijnd."   

De resolutie roept de lidstaten van de Raad op "een juridisch kader te creëren en te consolideren voor een betere bescherming van het milieu in gewapende conflicten op nationaal, Europees en internationaal niveau", onder meer door "hun juridisch arsenaal te actualiseren om ecocide strafbaar te stellen en effectief te vervolgen, en concrete stappen te zetten om het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof te wijzigen teneinde ecocide als nieuw misdrijf toe te voegen". 

Oekraïne-conflict  

De onmiddellijke context voor de resolutie is duidelijk - Oekraïne heeft het afgelopen jaar in vele vormen grote milieuschade geleden als gevolg van de Russische agressie, van "massale bosbranden" tot "door benzine vervuilde landbouwvelden en rivieren waar vissen zijn gestikt door olie drap" (bericht in Time, 18/10/22).

De resolutie van de Raad van Europa wijst op "belangrijke lacunes [die] bestaan in de bescherming van het milieu in de context van gewapende conflicten en de nasleep daarvan. De bestaande rechtsinstrumenten ontbreekt het aan voldoende ratificaties, precisie van de gebruikte termen (zoals de precieze betekenis van "wijdverspreide, langdurige of ernstige gevolgen"), integrale dekking van milieumisdrijven en een voldoende breed toepassingsbereik.  Bovendien ontbreekt een permanent internationaal mechanisme om toezicht te houden op wetsovertredingen en claims voor milieuschade te behandelen." 

In de resolutie spreekt de Vergadering haar steun uit voor de codificatie van ecocide als strafbaar feit op nationaal en internationaal niveau: "Ernstige vernietiging of aantasting van de natuur die als ecocide kan worden aangemerkt, kan zich voordoen in tijden van vrede of oorlog. Dit begrip moet zowel in de nationale wetgeving, waar nodig, als in het internationale recht worden gecodificeerd." 

De resolutie kreeg vurige steun van een aantal parlementsleden uit alle politieke richtingen, waaronder het Oekraïense parlementslid Yuliia Ovchynnykova, die verwees naar de rol van de Raad van Europa als "hoedster van mensenrechten en de rechtsstaat in tijden van vrede en oorlog".   

Rapporteur John Howell legde uit dat zijn verslag ook kwesties behandelt die breder zijn dan de context van Oekraïne, en andere sprekers gaven voorbeelden van de uiterst langdurige milieueffecten van andere oorlogen, van de nog steeds voelbare gevolgen van het gebruik van Agent Orange in Vietnam in de jaren zestig (naar aanleiding waarvan de term ‘ecocide’ voor het eerst werd gebruikt), tot de uraniumvervuiling in Zuid-Irak na de Golfoorlog van 1991.   

De resolutie werd zonder bezwaren aangenomen.   

De bijbehorende aanbeveling aan het Comité van Ministers van de Raad van Europa bevatte de volgende oproepen: 

"[Ervoor zorgen] dat het herziene Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (ETS nr. 172) ook van toepassing is in de context van gewapende conflicten, oorlog of bezetting, en eveneens ecocide betreft;   

"[De lidstaten op te roepen hun juridisch arsenaal te actualiseren om ecocide strafbaar te stellen en effectief te vervolgen [...] en concrete stappen te zetten om een wijziging van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof voor te stellen teneinde ecocide als nieuw misdrijf toe te voegen;". 

Ook deze aanbeveling werd zonder bezwaren aangenomen. 

Naar verwachting zal dit resultaat een stimulerend effect hebben op de lopende besprekingen in de EU over de herziening van de richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. 

Ook van belang is dat de Raad van het European Law Institute (ELI) recentelijk een modelwet inzake ecocide, opgesteld voor de context van de EU, heeft aangenomen. In februari zullen de leden van het ELI hun stem over deze modelwet uitbrengen.  

_________________EINDE________________ 

*De Raad van Europa (niet te verwarren met het Europees Parlement) is een internationale organisatie bestaande uit 46 staten die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tot stand heeft gebracht. Het bestaat uit een Comité van Ministers (dit zijn de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten) en een Parlementaire Vergadering, die wordt gevormd door de parlementariërs van de lidstaten in hun politieke groeperingen.