‘Ecocide en schending van inheemse rechten gaan hand in hand’.

Raki Ap werd in 1984 geboren in een vluchtelingenkamp in Papoea-Nieuw-Guinea. Zijn vader, antropoloog en muzikant Arnold Ap, was vier maanden eerder vermoord vanwege zijn protestliederen die veel Papoea’s inspireerden in hun strijd voor een onafhankelijk West-Papoea. Als éénjarige kwam Raki met zijn moeder en oudere broers aan in Nederland. Raki is woordvoerder van de Free West Papua Campaign in Nederland en een gepassioneerde spreker over klimaatrechtvaardigheid, dekolonisatie en inheemse rechten. Onze collega Femke Wijdekop ging met hem in gesprek. “Onze obsessie met economische groei is het probleem. De oplossing is om stil te staan bij onze consumptieverslaving en de koppeling te maken met de ecocides die plaatsvinden om de grondstoffen daarvoor te produceren.”

Waarom besloot jij Stop Ecocide ambassadeur te worden?

Ik was actief in de klimaatbeweging en maakte de koppeling tussen het concept ecocide en het enorme onrecht in West-Papoea dat veroorzaakt wordt door de koloniale bezetting (door Indonesië, FW) en door multinationals. Toen ik het woord ‘ecocide’ te horen kreeg, besefte ik dat jullie campagne aansloot bij de onze. Wij streden tegen hetzelfde: tegen grootschalige destructie van de natuur door multinationals en overheden. Daarom besloot ik als woordvoerder van de Free West Papua Campaign jullie beweging te ondersteunen. Met ecocidewetgeving hebben wij eindelijk gereedschap in handen om de CEOs van multinationals ter verantwoording te roepen wanneer zij rivieren vervuilen en bossen kappen en daarmee de rechten van de Papoea’s schenden.

Welke ecocides vinden plaats in West-Papoea en wat is daar de oorzaak van?

De meest voorname ecocides die in West-Papoea plaatsvinden, en die ook in kaart gebracht zijn door de Partij voor de Dieren, zijn de Freeport McMoRan mijn, de grootste goudmijn en de twee na grootste kopermijn ter wereld. Ook de enorme boskap waar deze mijn mee gepaard gaat, is een vorm van ecocide. De palmolieplantages van Unilever, waarbij miljoenen hectaren aan bos verdwijnen om plaats te maken voor monocultuur, voldoet ook aan de omschrijving. Maar ook British Petroleum kapt op grote schaal bossen, vergiftigt rivieren en maakt hele ecosystemen kapot. En wat altijd gepaard gaat met ecocide zijn mensenrechtenschendingen. Daar waar de multinationals hun exploitaties laten plaatsvinden, daar woonden voorheen inheemse volkeren, de Papoea’s. Zij worden weggejaagd om plaats te maken voor de bedrijfsactiviteiten. En als ze niet meewerken, dan worden ze in de gevangenis gestopt als ze geluk hebben, en anders worden ze gemarteld en vermoord. Dat zie je ook bij de grootste goudmijn gebeuren, dat zie je bij British Petroleum en dat zie je nu zelfs bij de palmolieplantages. De Papoea’s worden met geweld verjaagd van hun leefgebied waar ze duizenden jaren in harmonie met de natuur hebben gewoond en geleefd.

Als je uitzoomt, zie je de structuren die dit veroorzaken: het Indonesische militaire regime, dat wordt betaald door de multinationals. Freeport betaalt beveiligingsgeld aan Indonesische militairen, die ervoor zorgen dat het gebied wordt beveiligd en dat de Papoea’s niet kunnen protesteren en wie dat wel doet, die komt in gevangenschap. Je ziet in West-Papoea kortom duizenden grove schendingen van mensenrechten, met ecocide als gevolg. Want hadden we die mensenrechten van inheemse volkeren gerespecteerd, of dat nou de volkeren in West-Papoea zijn of in de Amazone, dan was het nooit zover gekomen. Maar nu is ecocidewetgeving ontzettend nodig, omdat er niemand ter verantwoording wordt geroepen.

Stel: het doel van onze campagne wordt bereikt en ecocide is toegevoegd aan het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof. Hoe maakt dit concreet een verschil voor het welzijn van de Papoea’s?

Dat zal flinke paniek veroorzaken voor de Nederlandse CEO van Unilever en de Britse CEO van British Petroleum. Globaal zullen CEOs serieus gaan nadenken over hun activiteiten als de wet er is. Wanneer het zover is, moet er een rechtszaak komen om te kijken hoe het ecocideverbod volgens de rechter uit zal pakken. En ik denk dat dit heel veel los zal maken bij de bedrijven en dat men een pas op de plaats zal gaan maken. Ik kijk ernaar uit om de CEO van Unilever, die met zijn activiteiten in West-Papoea grove mensenrechtenschendingen en ecocide veroorzaakt, rechtstreeks ter verantwoording te roepen in de rechtszaal en om te horen hoe de rechter erover denkt.


Als we uitzoomen, hoe zou de economie dan hervormd moeten worden om geen voedingsbodem meer te bieden voor ecocides?

We moeten geweld eigenlijk opnieuw definiëren. Het is natuurlijk krankzinnig dat wij als vreedzame activisten op de A12 worden gecriminaliseerd, terwijl bedrijven, zoals Freeport, van een berg een gat maken, met enorme gevolgen voor de ecosystemen. Het is krankzinnig dat wij dat niet als gewelddadig zien, en dat ecocide niet strafbaar is. Dat wij dat normaliseren in het kader van economische groei en dat men het niet als vorm van geweld erkent. Maar het is goed te verklaren als je snapt hoe het koloniale systeem doorwerkt in ons economische systeem. De mensen die toen en nu de wetten maakten die dit toestaan, die denken niet hoe ze de rivieren en bergen kunnen beschermen. Die voelen zich verantwoordelijk voor economische groei in eigen land, en wat er elders in de wereld gebeurt, dat is niet interessant omdat er winst gemaakt moet worden.

De genocide die plaatsvindt onder mijn volk wordt niet herkend want onze instituties hanteren een dubbele moraal. Bij Oekraïne herkennen we het geweld en als de Oekraïners in opstand komen, dan snappen we dat. Maar wanneer Papoea’s dat doen, waar meer slachtoffers zijn want een vierde van ons volk is vermoord, dan spreekt niemand over genocide en worden wij terroristen, separatisten en criminelen genoemd terwijl ons land wordt leeggeplunderd, ecocide gaande is en onze cultuur verdwijnt. Dit komt door koloniaal denken, ofwel institutioneel racisme, en dat zit ook in ons rechtssysteem. Het systeem werkt niet voor ons. Zo lang we niet de juiste rechters hebben en de juiste mensen in de Tweede Kamer, blijft ons perspectief onderbelicht. Het gaat om representatie, en dat kost tijd. Maar vandaar dat ik blij ben met iemand als Lammert van Raan, die mij heeft geïnterviewd over ecocide vanuit West-Papoea perspectief. En daarom trek ik het land in om met storytelling mijn verhaal te doen en om de urgentie voelbaar te maken van waarom we in de eerste plaats in deze klimaatcrisis terecht zijn gekomen. Dat slaat in als een bom en ik zie de kwartjes vallen bij mensen in het publiek.

Door de energietransitie zal de vraag naar mineralen die nodig zijn voor duurzame vormen van energieopwekking, zoals koper, nikkel, kobalt en mangaan, explosief stijgen. Met ons nieuwe project Bottom Line vragen wij samen met een coalitie van maatschappelijke organisaties, onder leiding van IUCN NL, aandacht voor het gevaar dat het mijnen van deze transitiemineralen tot nieuwe ecocides leidt, zoals het geval lijkt te zijn bij de Freeport kopermijn. Hoe kan de energietransitie volgens jou wel rechtvaardig plaatsvinden?

Representatie is ontzettend belangrijk. Daar waar die grondstoffen vandaag komen, daar zou je een rechtvaardige representatie van de mensen uit het gebied moeten hebben. De grondstoffen komen uit de achtertuin van de Papoea’s, of van andere mensen in het globale Zuiden waar die mijnwinning plaatsvindt. Op het moment dat je de juiste representatie in de besluitvormingsprocessen in die ketens kunt faciliteren, dan kan het rechtvaardiger gaan dan als het nu gaat. Als je kijkt naar de klimaattoppen, wie zaten er eigenlijk aan die onderhandelingstafels van COP1 tot en met COP28? Als inheemse leiders bij COP1 een tafel hadden gehad, hadden we geen klimaatcrisis gehad. Dus representatie in de energietransitie is fundamenteel.

De volgende vraag is dan, wie zijn de juiste mensen voor de representatie en welke stemmen mogen nooit uitgesloten worden? Mijn antwoord daarop is dat inheemse vertegenwoordigers bij die besluitvorming aan tafel dienen te zitten, want zij waarborgen 80 procent van de overgebleven biodiversiteit. Tegelijkertijd vindt 96 procent van de wereldwijde boskap als gevolg van mijnbouw en soja- en palmolieplantages ten behoeve van onze consumptie in het Westen, plaats in diezelfde inheemse leefgebieden. De meest voor de hand liggende oplossing voor de klimaatcrisis en voor een rechtvaardige energietransitie is daarom “zorg dat er inheemse vertegenwoordigers aan tafel zitten.”

Wat is het grootste obstakel voor zulke rechtvaardige representatie en hoe kunnen we dat obstakel overwinnen?

Ik ben blij dat je deze vraag stelt. Het zijn natuurbeschermingsorganisaties die, zelfs hier in Nederland, de deur dichthouden voor het inheemse perspectief. Er komt nu langzaam verandering, we hebben nu een samenwerking met Oxfam en met Greenpeace, maar nog niet op een schaal die nodig is. Als groene NGOs de representatie niet erkennen, is het niet raar dat de politici, de media en de gewone mensen dit verband al helemaal niet leggen en wij deze crisis hebben. Deze NGOs hadden al vanaf hun ontstaan, vijftig jaar geleden, niet moeten focussen op de bescherming van bossen, dieren en rivier, wat ik steun, maar op bescherming van de rechten van inheemse volkeren. Dan hadden alle ecosystemen en dieren nog geleefd. Want inheemse volkeren zijn de beste beschermers van de natuur. Daarom is het zo belangrijk om stil te staan bij welke verhalen wij vertellen en wat onze frames en campagnes zijn, of die eigenlijk koloniale en racistische systemen in stand houden. De grondstoffen komen uit onze achtertuin en inheemse volkeren accepteren niet meer dat hun mensenrechten geschonden worden. Wat er dan kan gebeuren is dat wij, de belangrijkste stakeholders als het aankomt op natuurbescherming, gaan botsen met de campagnes van deze groene NGOs, en dat is het laatste wat je wil.

De inheemse klimaatactiviste Xiye Bastida waarschuwt voor het gevaar dat bij het opwekken van hernieuwbare energie roofbouw op de natuur wordt gepleegd, net zoals de fossiele industrie dat doet. Energie opwekken uit hernieuwbare energiebronnen is niet voldoende, we moeten bouwen aan regeneratie, aldus Xiye. Wat zijn de bouwstenen voor een regeneratieve wereld volgens de Papoea’s?

Wij hebben de Green State Vision gelanceerd, waarin we beschrijven hoe wij, op het moment dat wij onze onafhankelijkheid krijgen, het beste van twee werelden vorm gaan geven. Dat betekent dat wij het welzijn van de natuur en van de mensen voorop stellen. Dit is de essentie van het gedachtegoed van inheemse volkeren. Wij zijn gelijkwaardig aan de natuur, aan de rivier, de berg en de dieren. Als je in je besluitvorming het verleden en je voorouders, het heden en de toekomst meeneemt, dan creëer je een ander soort besluitvormingsproces en een ander soort relatie met de mensen van toen, nu, en in de toekomst. En een ander soort relatie met je leefomgeving. Als je deze visie toepast op de energietransitie, dan vraagt dit om een ander soort educatiesysteem, waarbij vanaf de basisschool het herstel van relaties tussen mensen en natuur centraal staat. ‘Pak niet meer dan je nodig hebt’, dat we dat de moderne mens inprenten. Dat we de urgentie van klimaatverandering voelbaar kunnen maken en de verantwoordelijkheid in gaan zien die wij hebben voor ons consumptiegedrag. Ik noem het ‘terreurconsumptie’: dat wij als kleine Nederland per jaar de grondstoffen van 3 Aardes consumeren, dat is niet gezond. Onze obsessie met economische groei is het probleem. De oplossing is om stil te staan bij ons consumptiegedrag en de koppeling te maken tussen onze consumptieverslaving en de ecocides die plaatsvinden om de grondstoffen daarvoor te produceren. Het is een illusie om te denken dat met de energietransitie al onze problemen worden opgelost, zonder degrowth. We moeten ontgroeien en een ander soort denkwijze stimuleren, en dat is wat ik probeer te doen met mijn storytelling.

Een andere denkwijze stimuleren kost tijd, maar daar hebben we zo weinig van. Tegelijk zitten we ook in deze crisis door de hoge snelheid waarmee beslissingen worden genomen: er is te weinig tijd voor reflectie en wijsheid. Maar wijsheid heeft haar eigen tijd nodig om te rijpen. Hoe kunnen we een samenleving helpen creëren die ontvankelijk is voor wijsheid?

Biedt ruimte voor andere perspectieven, waarvan het inheemse perspectief er een is. De oplossing zit in intersectioneel denken. Omdat we dat niet hebben gedaan, zien we de intersecties niet in de uitdagingen die er zijn. In West-Papoea  gaat het over kolonialisme, kapitalisme, institutioneel racisme, militarisme en de klimaatcrisis. Zie hoe dit alles met elkaar verbonden is, schep ruimte en leer van elkaar.

 

Volgende maand vindt COP28 plaats in Dubai. Wat verwacht jij daarvan?

Ik heb er geen hoge verwachtingen van, aangezien het in een land wordt gehouden dat als grote olieproducent verantwoordelijk is voor een enorme CO2 uitstoot. Maar ik ga er toch zelf naar toe, simpelweg omdat wij inheemse volkeren ons niet kunnen veroorloven om welke netwerkbijeenkomst dan ook te missen, vanwege de urgentie die we hebben: onze mensen worden met uitsterven bedreigd. Het mag dan een greenwashing COP worden, ik zie belangrijke kansen om in contact te komen met heel veel verschillende inheemse leiders en stakeholders die ons verhaal kunnen horen en ondersteunen.

Wat geeft jou duurzame brandstof om door te blijven gaan met jouw strijd?

Mijn brandstof is het besef dat er meer is dan het hier en nu. Ik loop nooit alleen: ik loop met de voorouders, met de planten, met de dieren, dat is de energie die ik voel. Als je zo naar de wereld kijkt, en weet dat je niet alleen staat, dan ben je voor niemand bang. Het verhaal wat ik hier vertel is niet alleen mijn verhaal, het is het verhaal van mijn vermoorde vader, van de 500.000 vermoorde Papoea’s, van inheemse volkeren en van alle planten en dieren. Dit is hun stem en dat is mijn brandstof. Die is onuitputtelijk, want ook al ga ik weg, dan word ik met hen herenigd. Ben ik hier, dan zijn zij met mij. Dat wetende, zie je alle intersecties die wij missen: in ons denken, in onze spiritualiteit en in ons handelen.