“Eigenlijk zijn wij bezig om bestaanszekerheid voor iedereen te garanderen, voor mens én dier.”

Toen Lammert van Raan 10 jaar geleden voor het eerst over ecocidewetgeving las, omarmde hij het idee gelijk. Sinds zijn komst in de Tweede Kamer als Partij voor de Dieren kamerlid in 2017 zet hij zich onvermoeibaar in om een verbod op grootschalige natuurvernietiging wettelijk vast te leggen. Deze zomer publiceerde hij het Wetsvoorstel Strafbaarstelling Ecocide, een voorstel om het misdrijf van ecocide toe te voegen aan het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Gezien de huidige maatschappelijke opinie over het belang van klimaat, natuur en milieu is het uitblijven van straffen voor ernstige milieuschade volgens hem niet langer gerechtvaardigd. Onze collega Femke Wijdekop ging met Lammert in gesprek. ”De strafbaarstelling van ecocide heeft een enorm preventieve werking, omdat het een nieuw afwegingskader geeft voor hoe je om moet gaan met de omgeving. Dat zal doorwerken in alle besluiten, in alle wetten en in al het denken over hoe wij omgaan met de planeet.”  


Hoe kwam jij op het spoor van de campagne om ecocide als internationaal misdrijf te erkennen, en waarom besloot jij om je hiervoor in te zetten?

In 2013 las ik er een artikel over, ik denk dat het een interview met Polly Higgins was. Het idee dat ecocide als internationaal misdrijf erkend zou moeten worden vond ik een enorm voor de hand liggende en geweldige juridische innovatie, die perfect bij het gedachtegoed van de Partij voor de Dieren past en dit gedachtegoed ook versterkt. Olivia van Tergouw zat destijds bij mij in de werkgroep van de Partij voor de Dieren en zij had contact gelegd met Polly. Ik was toen duo-raadslid in de gemeenteraad van Amsterdam en Olivia heeft Polly uitgenodigd om in de Stopera te komen spreken. Rond 2015 heb ik voor gemeenteraadslid Johnas van Lammeren een initiatiefnota geschreven, waarin we de stad Amsterdam vroegen om zich uit te spreken om ecocide aan het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof toe te voegen.

Inmiddels zijn we 10 jaar verder en heb jij samen met een klein team juristen het Wetsvoorstel Strafbaarstelling Ecocide geschreven. Voor welke milieumistanden in Nederland, die nu niet aangepakt kunnen worden, kan deze wet het verschil gaan maken?

Voor die milieumistanden, waarbij ondanks dat er een vergunning is gegeven op basis van andere belangen en afwegingen, er dankzij deze wet toch ingegrepen zal kunnen worden omdat de milieuschade dermate groot is, dat die zou kunnen vallen onder de definitie van ‘ecocide’ zoals wij die in de wet hebben opgesteld. Daar waar het vergunningsstelsel tekortschiet, is het een aanvulling voor bestaande situaties, en ik denk ook dat er een enorm preventieve werking vanuit zal gaan. In de Memorie van Toelichting geven we een aantal voorbeelden die zouden kunnen duiden op ecocide, wat heel ongebruikelijk is, zeker voor een voorstel voor een nieuwe bepaling in het Wetboek van Strafrecht. Je moet bijvoorbeeld denken aan wat er in de Waddenzee gebeurt. De Waddenzee is een zwaar belast natuurgebied waarbij elke verdere verstoring zou kunnen leiden tot die ernstige en langdurige milieubeschadiging, omdat er in de Waddenzee volgens sommige milieudeskundigen een tipping point bereikt is. Waar je daar in 1970 nog ‘rustig’ kon boren, omdat het ecosysteem nog robuust was, is het ecosysteem in 2023 uiterst fragiel. In de Memorie van Toelichting hebben we ook Tata Steel als voorbeeld genomen, dat al decennialang het gebied rond IJmuiden vervuilt. We hebben ook Chemours als voorbeeld genoemd, waar nu veel over te doen is door de PFAS vervuiling. Ook kun je denken aan het gebruik van pesticiden, waardoor hele bijenvolkeren gedecimeerd worden, en het voorbeeld van milieuvervuilende operaties van Shell in het buitenland. Dit zijn voorbeelden die zijn uitgewerkt in de Memorie van Toelichting en die zouden kunnen leiden tot onderzoek of er inderdaad sprake is van ecocide.

Ondersteunt een strafrechtelijk verbod op ernstige en wijdverbreide of langdurige milieuschade indirect ook andere misstanden die jouw partij wil aanpakken?

Dat is een goede vraag. Op het moment dat wij al die transities gaan doormaken, zoals de energietransitie maar ook de klimaattransitie waarbij we moeten zorgen dat onze economie binnen de grenzen van onze planeet blijft, hebben we een heel nieuw juridisch kader nodig, die deze transities deels afdwingt en ook beloont. De huidige wetten, of ze nou vergunningverlening of strafbaarstelling betreffen, zijn eigenlijk niet toereikend om die transities te maken. We hebben daarom heel veel nieuwe wetten nodig. We hebben bijvoorbeeld een wet nodig die voorschrijft dat als je een begroting maakt, je een afweging behoord te maken in de brede welvaart. Daarbij kijk je niet alleen naar de welvaart in het hier en nu, maar ook naar de welvaart later en elders. Strafbaarstelling ecocide heeft hiervoor een enorm preventieve werking, omdat het een nieuw afwegingskader geeft voor hoe je om moet gaan met de omgeving. Dat zal doorwerken in alle besluiten, in alle wetten en in al het denken over hoe wij omgaan met de planeet.
Tegelijkertijd zul je ook andere wetten moeten afbreken, die ecocide in stand houden. Dan moet je vooral denken aan de manier waarop fossiele subsidies werken, bijvoorbeeld het degressieve belastingtarief. Onze energiebelasting is degressief: naarmate je meer energie verbruikt, betaal je per eenheid energie minder belasting. Dat is ooit in de jaren vijftig bedoeld om Nederland op te bouwen, met goedkope energie, dus dat werd gezien als een enorme stimulans en dat is het ook gebleken. Maar wat een bakker betaalt voor zijn oven per energie-eenheid daar kan wel een factor zestig tussen zitten met het Hoogovens gebouw. Ooit bedoeld om te stimuleren, zit deze regeling nu vast in belastingwetgeving, en dat moeten we afbouwen. Om onze samenleving binnen de anderhalve graad te brengen en ecocentraal in te richten, heb je dus een heel stelsel van wetten nodig, zoals de Klimaatwet 1.5 en de Wet Strafbaarstelling Ecocide. Ook moeten we de rechten van de natuur borgen en dierenrechten een plek in de Grondwet geven, dat past hier naadloos in.

Observeer jij sinds jouw aantreden als Tweede Kamerlid in maart 2017 dat de Nederlandse politiek bereidwilliger is geworden om ecocide als strafbaar feit te beschouwen, en zo ja hoe komt dat?

Ik denk dat er een enorme verandering heeft plaatsgevonden en nog steeds plaatsvindt. Ik weet nog wel dat Minister Kaag in een debat tegen mij zei ‘ecocide, goh, ik heb eigenlijk nog nooit van die term gehoord’. Nu zien we dat ecocide een onderwerp van belang is, en opgenomen is in sommige verkiezingsprogramma’s. Deze toename in belangstelling komt denk ik vooral door ontwikkelingen buiten de politiek, zoals de bewustwordingscampagnes van Stop Ecocide NL en Stop Ecocide International, en door de ontwikkelingen in Europa. De initiatiefnota ‘Ecocide: de ontbre­kende misdaad tegen de vrede’ die ik in 2020 indiende, stuitte bij dit kabinet op grote weerstand, als zijnde ‘overbodig’, ‘we hebben genoeg covenanten’ en ‘we moeten het wel met zijn allen doen’. Maar inmiddels is er bij andere partijen belangstelling voor het wetsvoorstel. Jongerenorganisaties van andere politieke partijen zien steeds meer in dat ecocide een levensbedreigend fenomeen is en dat strafbaarstelling en met name ook preventie daarvan erg leeft bij jongeren, die hun politieke partijen vervolgens aansporen om er wat mee te doen. En achter deze politieke jongerenorganisaties zitten ook weer de campagnes van clubs als Stop Ecocide NL. Dit soort politieke veranderingen kan niet zonder publiekscampagnes zoals die van jullie. Hand in hand versterken wij elkaar.

"Met de manier waarop wij leven, gebruiken wij eigenlijk het leven en de kansen van toekomstige generaties, en de levens van mensen elders in de wereld, als doping om onze levensstijl hier vol te houden."

Door de energietransitie zal de vraag naar mineralen die nodig zijn voor duurzame vormen van energieopwekking, zoals koper, nikkel, kobalt en mangaan, explosief stijgen. Met ons nieuwe project Bottom Line vragen wij samen met een coalitie van maatschappelijke organisaties, onder leiding van IUCN NL, aandacht voor het gevaar dat het mijnen van deze transitiemineralen tot nieuwe ecocides leidt. Hoe denk jij dat we ecocidaire winning van transitiemineralen kunnen voorkomen? 

Soms kan je er moedeloos van worden, want je ziet altijd dat je met elke energietransitie nieuwe problemen krijgt. Zo leek de transitie van bomen naar kolen een mooie ontwikkelingen, want toen konden de bossen behouden worden, maar het leidde tot grote gezondheidsproblemen voor de bevolking en natuurlijk tot de koolstofdioxide-emissies. Meestal zie je ook een verdubbeling of zelfs verzesvoudiging van het energiegebruik als gevolg van een energietransitie. Er is misschien een fundamentele denkfout in dit soort type transities, omdat die tot nu toe altijd uitgaan van de vraag naar energie en hoe aan die vraag voldaan kan worden. En die vraag naar energie is eigenlijk oneindig, zeker als er een nieuwe vorm van energie wordt ontdekt en men denkt ‘nu kunnen we er weer volop tegenaan!’.
Het zou denk ik heel verstandig zijn om dit om te draaien en om te zeggen ‘wat is het aanbod van energie dat we kunnen opwekken en wat niet leidt tot ecocides?’. Voor Nederland betekent dit dat je gaat kijken naar wat Nederland zelf duurzaam kan opwekken, en daar moeten we het dan mee doen. Dan krijg je een heel andere kijk op hoe je de samenleving in moet richten en wat energiegebruik is. Dan zal het snel afgelopen zijn met bijvoorbeeld het invliegen van lelies uit Zuid Afrika voor consumenten in Nederland. Dat soort constructies is alleen mogelijk als de vraag naar energie oneindig is en dan ogenschijnlijk ook het aanbod. Denken binnen de grenzen van de planeet, het bekende Donut verhaal van Kate Raworth, betekent een paradigmaverandering. Je gaat dan uit van wat er opgewekt kan worden in de plaats van wat er allemaal gevraagd wordt en daardoor krijg je een heel ander speelveld. Dat zal ook nog een hele strijd worden en weerstand oproepen, omdat met name de grote, fossiele bedrijven hier helemaal niet op zitten te wachten.

Hoe kunnen we deze weerstand ombuigen en een mentaliteitsverandering bewerkstelligen?

Dit vereist een heel scala aan gedrag vanuit onze kant. Sommige mensen in onze ecocentrale beweging proberen dit te doen door overreding en compassie en liefde, anderen zeggen ‘het is genoeg geweest, ik wil ze zo snel mogelijk in de bak krijgen’. Er is niet één manier om die enorme weerstand te overwinnen, daar is iedereen met het hele palet aan eigenschappen en aanpakken voor nodig.

Het klimaat en milieudebat is gepolariseerd. Wat zouden lezers van dit interview kunnen doen om te laten zien dat ecocidewetgeving in ieders belang is, met andere woorden, hoe kunnen zij op een verbindende manier bijdragen aan het stoppen van ecocide?

Dat heeft te maken met hoe je naar de wereld kijkt. We bekijken steeds meer wat onze welvaart in het hier en nu eigenlijk inhoudt, en wat dat betekent voor de welvaart niet alleen voor de generaties na ons, maar ook voor de generaties elders. Dit heet het ‘brede welvaartsbegrip’. Als iedereen leeft zoals wij hier in Nederland, heb je 2,7 aardbollen nodig. Dat is niet vol te houden. Met de manier waarop wij leven, gebruiken wij eigenlijk het leven en de kansen van toekomstige generaties, en de levens van mensen elders in de wereld, als doping om onze levensstijl hier vol te houden. Bewustwording hierover is nodig en gaat ook steeds sneller.
Ten tweede wordt de oproep tot systeemverandering en de reactie daarop gezien als polarisatie, iets waar mensen een hekel aan hebben. Maar je kan deze situatie ook zien als een geweldige doorbraak, die aantoont dat steeds meer mensen zien dat het anders moet. XR wordt bijvoorbeeld gezien als polariserend, maar je kan het ook als een enorme bewustwordingsexplosie beschouwen. De term ‘polarisatie’ komt vooral van de kant die het huidige systeem in stand wil houden. Ik denk dat het verstandig is om juist niet met het gebruik van die term mee te gaan. We leven in een geweldig kansrijke periode waarin we moeten veranderen, en ook willen veranderen, en zo krijgen we ook een prettigere samenleving. Wie wil er nou niet leven in een wereld waarbij we binnen de grenzen van de planeet gaan leven? Een wereld die beter is voor de toekomst van onze kinderen en voor mensen elders, al was het alleen maar omdat deze mensen dan niet en masse hiernaartoe komen? Mensen gaan deze verbindingen steeds beter zien. Dit heeft ook met een ander thema te maken dat nu volop in de aandacht staat tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, en dat is bestaanszekerheid. Eigenlijk zijn wij bezig om bestaanszekerheid voor iedereen te garanderen, voor mens én dier.

Wat heeft jou gedurende deze jaren de energie en moed gegeven om je, soms met tegenwind, in te blijven zetten voor ecocidewetgeving en het welzijn van onze planeet?

Dat is heel simpel: omdat we dat met zijn allen doen. Ik vind het geweldig, hoe wij met onze netwerken aan hetzelfde doel werken waarbij ieder zijn rol heeft in de transitiebeweging. Stop Ecocide, XR en mijn eigen politieke partij maken allemaal deel uit van een soort emancipatiegolf om een andere samenleving op te bouwen. Dat geeft mij geweldig veel energie, en het is een hoopvol perspectief.

Welke bijdrage zou jij willen leveren in het grote plaatje van de transities waar we nu inzitten?

Populistische partijen willen terug naar vroeger, naar een soort idyllische staat. Ook het CDA heeft het over ‘terug naar het midden’, alsof de ontwikkeling van de samenleving een soort pendule is die doorslaat en zich dan weer corrigeert. Ik denk niet dat het zo werkt. Ik denk dat samenlevingen steeds in een nieuwe fase komen waarbij een ander mensbeeld nodig is, dat voortbouwt op voorgaande mensbeelden. Ik geloof dat het Westerse mensbeeld op haar einde loopt. Dat wil niet zeggen dat verdiensten van het Westerse mensbeeld zoals de Verlichting en het individualisme moeten verdwijnen, want daar zitten grote voordelen aan, maar ik denk wel dat het nodig is om een nieuw mensbeeld te ontwikkelingen. Daarbij moet je niet het inheemse perspectief 1 op 1 op ons oude perspectief willen plakken, maar ik denk wel dat je veel kunt leren van inheemse perspectieven om een nieuw mensbeeld tot stand te brengen. Waar ik me de laatste tijd veel in verdiep is Ubuntu, ‘ik ben omdat wij zijn’. Dat zie ik als een hele mooie voedingsbodem voor een nieuw West-Europees mensbeeld. Aan die beweging hoop ik bij te dragen, en dat kan ieder op zijn of haar eigen manier doen. Mijn rol nu is om daar wetten voor te maken. Ik hoop dat ik daarmee door kan gaan en als dat niet zo is, ga ik een andere manier zoeken om daaraan bij te dragen.