“Ecocidewetgeving en de rechten voor de natuur zijn beide keihard nodig.”

Stop Ecocide NL ambassadeur Jessica den Outer is jurist en een van de jongste experts bij de Verenigde Naties op het gebied van de rechten voor de natuur. Zij is de gevierde schrijfster van het boek “Rechten voor de Natuur”, dat in 2023 bij Lemniscaat verscheen. Onze collega Femke Wijdekop ging met Jessica in gesprek. “Polly Higgins is mijn grote voorbeeld, want zij heeft zaadjes geplant die zijn uitgegroeid tot een wereldwijde beweging om ecocide te stoppen.”

Wat zijn rechten voor de natuur en waarom zijn ze jouw passie?

Voor mij zijn de rechten voor de natuur hele natuurlijke rechten, inherente rechten en fundamentele rechten. Als je het breder koppelt, dan zeg je ‘Elk mens heeft mensenrechten. Elk mens heeft het recht om te leven.’ Dat zullen we als fundamenteel uitgangspunt nooit betwisten, al worden deze rechten in de praktijk niet altijd gerespecteerd. Voor mij is het uitgangspunt dat als je kijkt naar de schaal van de evolutie, wij mensen zo’n kleine stip maken in de geschiedenis van de Aarde. We zijn er nog maar zo kort in vergelijking met de rest van de Aarde. Daarom vind ik het een heel natuurlijk argument om te zeggen dat de rest van de natuur het recht heeft om te bestaan, om te floreren, om ecologische processen in stand te houden. Want dat heeft de Aarde altijd al gedaan, ook voordat de mens er was. Daarom is het voor mij een fundamenteel uitgangspunt om te zeggen ‘de rest van de natuur heeft bestaansrecht en dat moeten we respecteren.’ Mijn passie komt voort uit dit ecocentrische wereldbeeld, dat mij erg aanspreekt en dat ook vanuit inheemse volkeren bepleit wordt, en uit het persoonlijke stukje dat je als rechtenstudente niet leert over concepten als rechten voor de natuur en ecocide. Ik leerde alleen maar wat het recht al was, en niet hoe we het kunnen inzetten om te pleiten voor nieuwe aanpakken en voor verandering. Mijn passie is hoe ik mijn juridische achtergrond kan gebruiken om te pleiten voor iets dat wel ons wereldbeeld gaat veranderen. Al die technische milieuregels hebben er immers niet toe geleid dat we de ecologische crisis hebben kunnen voorkomen.

Wat is het grootste obstakel voor de effectieve erkenning en implementatie van de rechten voor de natuur en hoe kunnen wij dat overwinnen?

Ik denk dat een groot obstakel is dat grote, machtige multinationals, bedrijven, en bepaalde politici hier misschien bang voor zijn omdat het zo’n andere insteek is. Opeens moet je de natuur een bijna gelijke status geven. Opeens moet je de belangen van de natuur beter meenemen. Ik denk dat hetzelfde geldt voor ecocide. Met rechten voor de natuur zeg je ‘De natuur heeft ook recht om te bestaan’, en ecocidewetgeving gaat erover dat als je die natuurlijke rechten op grote schaal niet respecteert, je vervolgd zou kunnen worden. Ik denk dat er in het ‘oude denken’, het kapitalistische systeem, een angst zit. En dit zien we keer op keer terug. Toen ik naar voorbeelden uit de praktijk van toekenning van rechten voor de natuur ging kijken, vond ik dat in Orange County in Florida rechten aan water zijn toegekend. Niet lang nadat die lokale wet was aangenomen, nam de staat van Florida een wet aan (die hoger in de hiërarchie is dan de lokale wet) waarin stond dat wetten van alle counties in Florida die  rechten aan de natuur toekennen, niet erkend zouden worden. Volgens deze wet van de staat van Florida kunnen planten, dieren en natuurlijke gebieden geen rechtspersonen zijn. Het feit dat deze wet dagen werd aangenomen na de lokale wet, laat voor mij zien dat er een enorm tegengeluid is vanuit de gevestigde orde. En dat tegengeluid zie je over de hele wereld waar er rechten voor de natuur worden erkend.  Juist in het Westen is dit een grote opgave, want het gaat over het veranderen van het wereldbeeld, wat een enorme klus is, en rechten voor de natuur kunnen als bedreiging worden gezien.

Het gaat dus om angst en om gevestigde belangen. Als je naar de geschiedenis van succesvolle emancipatiebewegingen kijkt die ook tegen gevestigde belangen ingingen omdat zij machtsongelijkheid en uitbuiting aan de kaak stelden, welke aanknopingspunten zie je dan om de weerstand tegen rechten voor de natuur te overwinnen?

In alle voorbeelden die ik onderzocht heb, haalde ik mijn kracht, inspiratie en hoop om hiermee door te blijven gaan uit het feit dat het altijd lokale gemeenschappen zijn geweest die hebben gezorgd voor zo’n verandering. Of dat nou inheemse volkeren zijn geweest, of een groepje rechtenstudenten met een rechtenprofessor in Spanje, of lokale gemeenschappen die simpelweg de vervuiling zat waren, zoals in Tamaqua Borough in de Verenigde Staten, het zijn altijd burgers geweest die hebben gepleit voor verandering in de wet. En als een wet er is, is dat niet het eindpunt, want ondanks dat vrouwen rechten hebben, worden ze nog niet altijd evenveel betaald als mannen. Iets in de wet vastleggen is wel het startpunt, en mensen mobiliseren om in beweging te komen en de politiek te beïnvloeden die de macht heeft om zo’n wet vast te leggen. De kracht tot verandering zit hem echt in de burgers.

Het aanwakkeren van het geloof in het eigen vermogen om, samen met anderen in een gemeenschap, invloed uit te oefenen is dus heel belangrijk. Dat is ook een punt van strijd, want de media kunnen je zo machteloos laten voelen. Denken dat je onbeduidend bent kan voor jongeren zelfs een bron zijn van gevoelens van wanhoop. Maar geloof in je eigen betekenisvolheid en in samenwerking zijn volgens jou dus juist essentieel om verandering tot stand te brengen. Wat is jouw boodschap aan een jongere die betwijfelt of hij/zij wel een verschil kan maken?

Allereerst, dat ik ook zo’n jongere ben. Ook ik heb dagelijks gevoelens van wanhoop, verdriet, boosheid en bijna een gevoel van onmacht, om hoe we in deze wereld met de natuur omgaan. Maar ik heb ooit in een call gezeten, samen met andere jongeren van over de hele wereld, met de bekende acteur Mark Ruffalo. In die call sprak hij ons toe en zei hij ‘De enige actie die je kunt ondernemen tegen gevoelens van machteloosheid, is actie. Je moet iets ondernemen. Je kunt niet blijven wachten en niets doen.’ Dat is voor mij een mantra geworden. Als je gevoelens van machteloosheid hebt, ga dan juist de straat op om plastic op te rapen. Doe mee met boomplant projecten of maak het strand schoon. Uit dat soort ervaringen haal je weer hoop en energie om door te blijven gaan. Dat is voor mij brandstof geweest om door te blijven gaan en ik ben gekomen waar ik ben, omdat ik altijd geprobeerd heb om actie te blijven ondernemen. Dus mijn boodschap aan jongeren is, verzamel je. Er zit zoveel kracht in samenwerken en in het combineren van talenten.

Hoe draagt het strafbaar stellen van ecocide, grootschalige natuurvernietiging, bij aan het erkennen en beschermen van de rechten voor de natuur?

Iemand zei ooit ‘Ik denk dat ecocidewetgeving en de rechten voor de natuur twee zijden van dezelfde medaille zijn’ en dat vond ik zo mooi dat ik het heb overgenomen. De twee concepten versterken elkaar. Er is niet simpelweg één oplossing voor de ecologische crisis. Ecocidewetgeving gaat uit van hetzelfde filosofische idee dat we in het begin bespraken, dat de natuur bestaansrecht heeft. Dat is een manier van ecocentrisch denken waarbij je kijkt naar welke plek de mens inneemt. De mens is simpelweg een onderdeel van de natuur. Als je ernstige en langdurige of wijdverbreide schade aan je natuurlijke omgeving veroorzaakt, wat voor plek neem jij dan in als mens? Dan zit je in een antropocentrische manier van denken waarin je jezelf als heerser over de natuur beschouwt. Dat jij recht hebt op de Aarde. Maar er zijn allerlei dieren, insecten, schimmels en planten die ook bestaansrecht hebben en die we moeten respecteren. Daarnaast gaat van ecocidewetgeving een afschrikwekkende werking uit waardoor het ook een preventieve functie heeft. Maar het geeft eveneens handvatten, via het strafrecht, om de Aarde te beschermen.          

Dat de bescherming van eigendommen en materiele verworvenheden zo centraal staat in ons recht, daar moet eigenlijk op ingeleverd worden als je de levensruimte van de natuur wilt erkennen door haar rechten te geven.  Het inleveren van verworvenheden kan weerstand oproepen en tot polarisatie leiden, zo zien we in de samenleving. Kunnen de rechten voor de natuur tot polarisatie leiden volgens jou?

Soms zeggen mensen als reactie op de rechten voor de natuur ‘Ja, maar hoe zit het dan met mijn mensenrechten?’. Men is dan bang dat de eigen rechten in gevaar komen. Als antwoord hierop verwijs ik dan weer naar de lokale gemeenschap die in Orange County rechten van waterlichamen heeft vastgelegd. In dezelfde wet hebben zij ook vastgelegd dat alle inwoners het recht hebben op schoon water. En dat is het mooie, deze wet uit Orange Country verbindt de rechten van de natuur met de rechten van de mensen. Uiteindelijk hebben we hetzelfde belang. Met ons initiatief Maas in de Wet pleiten we voor rechtspersoonlijkheid voor de Maas, maar uiteindelijk komt dat ook de mens ten goede. 7 miljoen mensen zijn afhankelijk van de Maas voor drinkwater. Als de Maas dusdanig vervuild is, dan hebben wij daar ook last van. Dat is ecocentrisch denken, denken in verbanden. Wij zijn afhankelijk van de natuur. Ik zie geen polarisatie ontstaan, juist een samenhorigheid voor eenzelfde doel: de toekomst van deze planeet.

Zijn de rechten voor de natuur de oplossing voor de klimaat- en biodiversiteitscrisis?

Uiteindelijk moet je altijd erkennen dat het recht menselijk is. Het is nog steeds heel antropocentrisch om het te hebben over ‘rechtspersoonlijkheid’ en ‘rechten’. Daarom zijn de rechten voor de natuur voor mij een middel en geen einddoel. Denken in termen van rechtspersoonlijkheid voor de natuur is een heel Westerse manier van denken, om te komen tot een ander, ecocentrisch, wereldbeeld. Ik geloof in het concept omdat mensen het al kennen, niemand betwist dat Shell een rechtspersoon is, en dat maakt dat je makkelijker de koppeling kunt maken dat de natuur ook een rechtspersoon zou moeten zijn. Maar rechten voor de natuur erkend krijgen in de wet is voor mij geen einddoel. Als de rechten erkend zijn, moet er nog steeds invulling aan komen. En ons antropocentrische wereldbeeld veranderen is niet iets wat van de een op de andere dag gebeurt. Ik geloof niet dat dat iets is dat ik zou kunnen bereiken in mijn eigen leven. Het is wel mijn doel om de rechten voor de natuur op zo’n manier in de wet vast te leggen dat mensen over vijftig jaar nog steeds wisselende politici kunnen aanspreken op hoe ze met de natuur omgaan. Het is een lange termijn visie.

Het is ook heel belangrijk om te kijken naar wie er een voogd wordt voor de natuur waaraan rechten zijn toegekend en hoe de rechten voor de natuur erkend en vastgelegd kunnen worden. Ik geloof daarbij in een lokale aanpak. In Tamaqua Borough hebben ze bij het vastleggen van de rechten voor de natuur in 2006 bijvoorbeeld gezegd dat iedere burger uit de gemeenschap kan spreken namens de rechten van de natuur en dat dit onafhankelijk is van wisselende politici. Politici wisselen elke vier jaar en wisselende visies op natuurbescherming en korte termijn belangen die de overhand nemen staan goede bescherming van de rechten voor de natuur in de weg. Daarom moeten niet politici, maar juist lokale gemeenschappen als voogden voor de natuur worden aangesteld. Zij kunnen politici er ook op aanspreken wanneer ze de rechten voor de natuur niet respecteren.

Stop Ecocide NL is een nieuw project begonnen, Bottom Line. Daarin werken we samen met IUCN NL, Natuur & Milieu, the Deep Sea Conservation Coalition en drie organisaties uit de Global South om aandacht te vragen voor het gevaar dat het mijnen van mineralen die nodig zijn voor de energietransitie, zoals kopererts, kobalt, nikkel en mangaan, vanwege de explosieve stijging van de vraag naar deze mineralen zal leiden tot grootschalige natuurvernietiging. Hoe kunnen de rechten voor de natuur bijdragen aan het voorkomen van ecocide in de energietransitie?

Dit vind ik een heel interessante vraag. Ik ben me nu in dit thema aan het verdiepen, want ik krijg soms de vraag hoe je rechten voor de natuur met windmolens op zee, ofwel met de behoefte aan groene energie, rijmt. Windmolens kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat er vleermuizen in de wieken van de molens terecht komen. Velden die volgestampt worden met zonnepanelen waardoor de biodiversiteit verloren gaat. Mijn gedachten tot zover zijn dat als je erkent dat de Noordzee en alles wat daarin leeft, het recht om te bestaan heeft, dit het uitgangspunt wordt, ook wanneer je windmolens op zee plaatst. Dan moet je gaan onderzoeken hoe die windmolens geplaatst kunnen worden in harmonie met het bestaansrecht van een oester of een vis in de zee. Hoe zorg je dat zij hun plekje behouden en kunnen floreren? Dan kom ik uit op een veel natuurinclusievere aanpak dan voorheen het geval is bij de meeste plaatsingen van windmolens. Het is weer dat andere denken: als je de rechten voor de natuur al vast legt, moet je er op voorhand over nadenken hoe je een windmolenpark natuurinclusief kunt maken, bijvoorbeeld door oesterbanken aan te leggen. Ik zie in de energietransitie ook veel symptoombestrijding: we moeten meer windmolens hebben om te voldoen aan de energievraag die er nu ligt, maar als we op deze manier doorgaan dan lopen we tegen de grenzen van de draagkracht van de planeet op. We moeten gaan consuminderen, degrowth nastreven, en toebewegen naar een ecologisch wereldbeeld.

Tot slot: wie is je grote voorbeeld?

Polly Higgins, de visionair en grondlegger van de Stop Ecocide beweging. Zij heeft dusdanig veel zaadjes gepland dat er een wereldwijde beweging is ontstaan. Zij laat zien hoe je zaadjes kunt planten die toekomstige generaties met hun spreekwoordelijke zonlicht en water tot plantjes kunnen laten uitgroeien, zodat het werk ter bescherming van de Aarde voortgezet wordt.